galsteen
- gal·steen
- samenstelling van gal en steen [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | galsteen | galstenen |
verkleinwoord | galsteentje | galsteentjes |
de galsteen m
- (medisch) een vaste structuur in de galwegen of de galblaas bestaande uit neergeslagen cholesterol, bilirubine of kalkzouten
- “Als je een blindedarmontsteking hebt, zou je pijn veel erger zijn”. Met dit antwoord hield een dokter de vrouw van Engelse journalist John Walsh thuis. Dat terwijl zij hem ‘s nachts in paniek had opgebeld met hevige pijn in haar buik. De vrouw ging toch naar het ziekenhuis, waar zij galstenen bleek te hebben. Meteen werd geconstateerd dat ze een uitzonderlijk hoge pijngrens heeft. Dit zette de journalist aan het denken: hoe kunnen artsen met zekerheid oordelen over de pijn van patiënten? [2]
1. een vaste structuur in de galwegen of de galblaas bestaande uit neergeslagen cholesterol, bilirubine of kalkzouten
- Het woord galsteen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "galsteen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Kim Deen 1 februari 2017
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be