• gaf·fel·tand
enkelvoud meervoud
naamwoord gaffeltand gaffeltanden
verkleinwoord gaffeltandje gaffeltandjes

de gaffeltandm

  1. persoon wiens voorste boventanden erg vooruitsteken
  2. tand in de vorm van een gaffel


enkelvoud meervoud
naamwoord gaffeltand gaffeltanden
verkleinwoord

gaffeltand

  1. (oorwormen) oorworm; een insect met grote tangvormige cerci aan het einde van het achterlijf [1]



enkelvoud meervoud
naamwoord gaffeltand gaffeltanden
verkleinwoord

gaffeltand

  1. (oorwormen) oorworm; een insect met grote tangvormige cerci aan het einde van het achterlijf