fytoftora
- fy·tof·to·ra
- nieuw gevormd woord uit Grieks φυτό [futó] "plant" en φθορά [ftorá] "verval, verwoesting" [1], in 1893 aangetroffen als onderdeel van de naam van de betreffende waterschimmel[2] en vanaf 1926 als aanduiding van de hierdoor veroorzaakte ziekte [3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | fytoftora | - |
verkleinwoord | - | - |
de fytoftora m
- (landbouw) plantenziekte veroorzaakt door de waterschimmel Phytophthora infestans , waar vooral aardappelplanten, maar bijvoorbeeld ook tomatenplanten gevoelig voor zijn
- Als enige remedie tegen de fytoftora gold hier het verbouwen van voor de ziekte weinig vatbare soorten, aldus Kok. [4]
- phytophtora (officiële spelling tot 1955)
- aardappelziekte (vaak gebruikt als synoniem, hoewel de aardappelplant ook andere ziekten kent)
- Het woord fytoftora staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ fytoftora op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Reinders, G.Handboek voor den Nederlandschen landbouw en de veeteelt deel 2 3e druk (1893) J.B. Wolters, Groningen; p. 211; geraadpleegd 2018-11-29
- ↑ H."Land- en Tuinbouw. Nieuwe aardappelrassen" in: Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche Courant jrg. 74 nr. 73 (27 maart 1926); p. 11 kol. 2; geraadpleegd 2018-11-29
- ↑ Bieleman, J."13 Dieren en gewassen in een veranderende landbouw. Gewasbescherming" in:Schot, J.W. e.a. (red.)Techniek in Nederland in de twintigste eeuw. Deel 3. Landbouw, voeding. (2000) Stichting Historie der Techniek, Eindhoven / Walburg Pers, Zutphen; ISBN 90 5730 066 4; p. 208; geraadpleegd 2018-11-29