• fy·sio·lo·gisch
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen fysiologisch fysiologischer
verbogen fysiologische fysiologischere
partitief fysiologisch fysiologischers -

fysiologisch

  1. (medisch) door de natuur bepaald, de natuurlijke verrichtingen van levende wezens of hun organen betreffend
98 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be