• fro·sen
  • Afkomstig van het Nynorske werkwoord fryse
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud frosen frosnare frosnast
o enkelvoud frose
frosent
meervoud frosne
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
frosne frosnare frosnaste

frosen

  1. bevroren
  2. ijskould, ijzig, zeer koud
  3. kouwelijk
  4. angstig
  5. afwijzend, koel, onvriendelijk
  • [1]: frosne marker
bevroren velden
  • [1]: frosne matvarer
bevroren voedsel
  • [1]: frosne vatn
bevroren vatn
  • [5]: eit frose blikk
een onvriendelijk blik