folkloristisch openluchtspel
  • fol·klo·ris·tisch
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen folkloristisch folkloristischer
verbogen folkloristische folkloristischere
partitief folkloristisch folkloristischers -

folkloristisch [2]

  1. betreffende de traditionele cultuur in een bepaalde gemeenschap
    • Op het folkloristische festival kan men naar traditionele muziek luisteren die op originele historische muziekinstrumenten gespeeld wordt. Ook zijn er nog optredens van volksdansgroepen. 
    • Folkloristische clichés omtrent Scandinavië worden niet bevestigd. Felle, vrolijke kleuren zijn uit den boze. In het moderne Scandinavië domineren pasteltinten - veel grijstonen, zandkleur, zink, lood, staal, glas, beton, vergrijsd hout. De colorgrading (kleurcorrectie) is onderverzadigd.[3] 
    • De meiden van het Ragazze Kwartet hebben de Chaneljurkjes van hun programma Haute Couture uitgetrokken. Op de hoes van hun nieuwe cd staan ze in folkloristisch fleurige bloesjes.[4]  
  1. folkloristisch op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3. NRC Jan Kuitenbrouwer 24 april 2017
  4. Volkskrant Biëllla Luttmer 20 mei 2015