Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • flos·draad
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord flosdraad flosdraden
verkleinwoord flosdraadje flosdraadjes

Zelfstandig naamwoord

flosdraad m / o

  1. een zijden draad waarmee men de ruimte tussen de tanden reinigt
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be