flor
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- flor
Woordherkomst en -opbouw
- van flor "bloem, gebruikt voor de bovenste laag of de meest zuivere stof, bijvoorbeeld bij meel)" [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | flor | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de flor m
- laagje schimmel op wijn
- Op de wijn waarvan de wijnmaker 'fino' wil maken, groeit spontaan flor, een rimpelige grijswitte laag gistcellen. [2]
Gangbaarheid
- Het woord flor staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "flor" herkend door:
13 % | van de Nederlanders; |
34 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ flor op website: Etymologiebank.nl
- ↑ McCarthy, E. & Ewing-Mulligan, E.Wijn voor Dummies 3e druk (2004) Pearson Education, Amsterdam; ISBN 9789043008860; p. 273; geraadpleegd 2018-12-29
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Angelsaksisch
Uitspraak
- IPA: /flor/
Zelfstandig naamwoord
flor v
Portugees
enkelvoud | meervoud |
---|---|
flor | flores |
Zelfstandig naamwoord
flor v
Spaans
Uitspraak
Woordafbreking
- flor
enkelvoud | meervoud |
---|---|
flor | flores |
Zelfstandig naamwoord
flor v
- (plantkunde) bloem, bloei
Turks
Zelfstandig naamwoord
flor