flitsend
- flit·send
vervoeging van: | flitsen |
verbogen vorm: | flitsende |
flitsend
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | flitsend | flitsender | flitsendst |
verbogen | flitsende | flitsendere | flitsendste |
partitief | flitsends | flitsenders | - |
- buitengewoon aantrekkelijk uitgevoerd, vlot en opvallend
- - Moss had zijn live-doorbraak in 2010 op Lowlands, waar vooral het nummer I Apologise (Dear Simon) iets teweeg bracht. Een nieuwe tour brengt ze naar Paaspop en Down The Rabbit Hole. De clubshows maken een vaste waarde van het vijftal dat geen flitsende podiumpresentatie, maar wel altijd kwaliteit biedt. [1]
- snel bewegend
- ▸ Maar hij las het nog een keer, zijn ogen heen en weer flitsend alsof hij dan misschien zou vinden wat er ontbrak.[2]
- Het woord flitsend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "flitsend" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ NRC Jan Vollaard 3 april 2017 om 2:00
- ↑ Williams, Pip“Het boek van vergeten woorden” (2020), The House of Books, ISBN 9789044359770
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be