fialová
- IPA: /fɪjalɔvaː/
- fi·a·lo·vá
fialová v
fialová
- nominatief vrouwelijk enkelvoud van fialový
- vocatief vrouwelijk enkelvoud van fialový
- nominatief onzijdig meervoud van fialový
- accusatief onzijdig meervoud van fialový
- vocatief onzijdig meervoud van fialový
- Zie Wikipedia voor meer informatie.