• er·te·gen·in
  vnw. bijw.
  voorzetselbijwoord     tegenin  
 persoonlijk     ertegenin  
aanwijz.   nabij     hiertegenin  
  veraf     daartegenin  
  vragend/betrekk.     waartegenin  

(scheidbaar)
ertegenin

  1. vervangt persoonlijk vnw. : *tegen+het+in, tegen+ze+in: de andere kant op
    • Bioloog en Londense slakkenwetenschapper Angus Davison van de universiteit van Nottingham doet onderzoek naar slakken wier huisje niet met de klok mee draait, maar ertegenin. Hij wilde bijzondere Jeremy laten paren. Maar omdat slakken seks hebben door langs elkaar heen te glijden, moet dat met een eveneens linksdraaiende rakker. [1] 
    • Nou ben ik van nature een optimist, maar een happy end voor deze volksraadpleging zie ik niet. Hoe de keuze ook uitvalt, in ons land is het een tweede natuur om ertegenin te gaan. [2] 
    • Nu is het moment dat het lijkt dat het niet meer beter wordt, in ieder geval dusdanig om bij een ploeg in de Eredivisie te voetballen. Lastig, maar soms lopen dingen zo. Ertegenin gaan blijkt ook geen voordeel op te leveren. Het is nou eenmaal zo.” [3] 
82 % van de Nederlanders;
78 % van de Vlamingen.[4]