• daar·te·gen·in
  vnw. bijw.
  voorzetselbijwoord     tegenin  
 persoonlijk     ertegenin  
aanwijz.   nabij     hiertegenin  
  veraf     daartegenin  
  vragend/betrekk.     waartegenin  

daartegenin

  1. zich tegen dat verzettend
     Het verdedigingsteam van Trump zal daartegenin brengen dat deze twee aanklachten niet wijzen op ongrondwettelijk handelen van de president en dat het ook geen misdrijven zijn. Een president kan alleen afgezet worden als hij (of zij) zich schuldig heeft gemaakt aan ernstige misdaden of vergrijpen (high crimes and misdemeanors).[1]
     Volgens Grapperhaus staat dat los van de vraag wat er bij de demonstratie precies is gebeurd. Want dat moet worden onderzocht door onafhankelijke instanties, benadrukte hij. En de bewindsman vindt ook niet dat "elke keer als er een filmpje wordt vertoond de politie daartegenin moet gaan met eigen dronebeelden".[2]


  1.   Weblink bron “Nederlander duikt op in Oekraïne-affaire Trump” (19-01-2020), NOS
  2.   Weblink bron “Grapperhaus: begrip voor tonen dronebeelden door Rotterdamse politie” (03-11-2021), NOS