• waar·te·gen·in
  vnw. bijw.
  voorzetselbijwoord     tegenin  
 persoonlijk     ertegenin  
aanwijz.   nabij     hiertegenin  
  veraf     daartegenin  
  vragend/betrekk.     waartegenin  

waartegenin

  1. vragend: tegen+wat+in? tegen+welke+in?:
    • Waartegenin moest hij opkomen? 
  2. betrekkelijk: tegen+wat+in tegen+hetwelk+in:
    • [...] dan ligt over alles een aardschgezinde, materialistische trek, waartegenin de christelijke tijd eene reactie betekent [1]
  1. De ondeeldaarheid der geschiedenis: Rede als buitengewoon hoogleeraar aan de Rijksuniversiteit te Utrecht den 6den October uitgesproken By H. van Gelder Published by J. B. Wolters, 1906