waartegen
- waar·te·gen
- samenstelling van waar en tegen
vnw. bijw. | ||
---|---|---|
voorzetselbijwoord | tegen | |
persoonlijk | ertegen | |
aanwijz. | nabij | hiertegen |
veraf | daartegen | |
vragend/betrekk. | waartegen |
(scheidbaar)
waartegen
- vragend: tegen+wat?, tegen+welke?:
- Waar is hij nou precies tegen?
- betrekkelijk: tegen+wie, tegen+die, tegen+dewelke
- Dit is het voorstel waartegen hij bezwaar gemaakt heeft.
- Het woord waartegen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "waartegen" herkend door:
90 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be