• ero·geen
  • uit het Grieks met het achtervoegsel -geen [1]
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen erogeen erogener erogeenst
verbogen erogene erogenere erogeenste
partitief erogeens erogeners -

erogeen [2]

  1. (seksualiteit) gevoelig voor erotische prikkels
    • De mond heeft uiteraard een erogene zone, maar heeft óók een praktische kant. Net zoals de borsten beide functies hebben. Wat deze kinderpsycholoog stelt, dat een kus op de mond kinderen seksueel kan doen verwarren, gaat naar mijn idee wel heel erg ver. Het is nergens voor nodig om ouders hierover te beangstigen.[3] 
  2. (seksualiteit) seksuele opwinding veroorzakend
    • “Bestaat u wel onderweg?” wilde vorige week een advertentie in deze krant van mij weten. Maar nee, hoewel ik graag mag fantaseren over het tegendeel moest ik toegeven dat ik niet bestond. Het criterium bleek namelijk te zijn of je een draagbaar telefoontoestel op zak had. Inderdaad, ik heb hierboven onwaarheid geschreven, ik doe het nog altijd zonder zo'n erogeen speeltje. [4] 
    • De voorhuid is dus belangrijk erogeen weefsel en na een besnijdenis is seks nooit meer zoals voorheen. Ouders of patiënten die een besnijdenis overwegen, worden daarover niet altijd ingelicht door de uroloog of betrokken arts. [5] 
88 % van de Nederlanders;
91 % van de Vlamingen.[6]