erotogeen
- ero·to·geen
- In de betekenis van ‘erogeen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1955 [1]
- met het voorvoegsel eroto- en met het achtervoegsel -geen [2]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | erotogeen | erotogener | erotogeenst |
verbogen | erotogene | erotogenere | erotogeenste |
partitief | erotogeens | erotogeners | - |
erotogeen [3]
- Het woord erotogeen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "erotogeen" herkend door:
34 % | van de Nederlanders; |
35 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ "erotogeen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ erotogeen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be