erfdeel
- erf·deel
- samenstelling van erf ww en deel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | erfdeel | erfdelen |
verkleinwoord | erfdeeltje | erfdeeltjes |
het erfdeel o
- stuk van de erfenis zoals dat aan een bepaalde erfgenaam toekomt
- Zijn erfdeel bestond uit twee landgoederen en hun toebehoor.
1. stuk van de erfenis zoals dat aan een bepaalde erfgenaam toekomt
- Het woord erfdeel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "erfdeel" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | erfdeel | erfdele |
erfdeel
- erfdeel
- «Alhoewel Ruben as eersgeborene twee en volgens sommige ontleders selfs drie erfdele moes ontvang, word dit hom ontneem.»
- Hoewel Ruben als eerstgeborene twee en volgens sommige deskundigen zelfs drie erfdelen had moeten ontvangen, werd hem dit ontnomen.
- «Alhoewel Ruben as eersgeborene twee en volgens sommige ontleders selfs drie erfdele moes ontvang, word dit hom ontneem.»