Nederlands

 
erepenning van MSG Genootschap der Beschouwende en Werkdaadige Wiskunde
Uitspraak
Woordafbreking
  • ere·pen·ning
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord erepenning erepenningen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de erepenningm

  1. onderscheiding in de vorm van een munt die men al of niet aan een ketting of lint kan dragen
    • In 1985 ontvingen de ex-KNIL-militairen een erepenning, plus een oorlogspensioentje. In Utrecht verrees het Moluks Historisch Museum met als topstuk de door zeven kogelgaten geschonden jas van kapingsleider Max Papilaja.[2] 
    • Een passend afscheid kreeg hij wel van de staat en de gemeente: De Vogel werd benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau en ontving de gouden erepenning van de gemeente Almelo.[3] 
     Breda heeft dj Hardwell ereburger van de stad gemaakt. Vlak voor zijn set op het Breda Live festival werd hij verrast met een erepenning door burgemeester Depla.[4]
Synoniemen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Standaard 3 JUNI 2017
  3. Tubantia Ferry de Goeijen 29-JUNI-2017
  4.   Weblink bron “Dj Hardwell ereburger van Breda: 'Trots op hem'” (9 juli 2023), NOS