eredoctor
- ere·doc·tor
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | eredoctor | eredoctors eredoctoren |
verkleinwoord |
de eredoctor m
- een persoon die de doctorstitel uitgereikt krijgt op basis van een verdienste
- Een van de kanshebbers is de Amerikaan Lewis C. Cantley. Hij ontdekte dat een bepaald stofje, PI-3-kinase, een rol speelt bij de groei van tumoren. De Brit Karl J. Friston, eredoctor aan de Radboud Universiteit in Nijmegen, zou kunnen winnen voor zijn baanbrekende werk aan hersenscans. [2]
- In 2005 kreeg hij de Libris Literatuurprijs voor Specht en Zoon. Otten is eredoctor van de Universiteit van Utrecht. [3]
- Sir James Frazer Stoddart, een Britse eredoctor van Universiteit Twente, heeft samen met Nederlander Ben Feringa en Fransman Jean-Pierre Sauvage de Nobelrpijs voor Scheikunde gewonnen. Het trio doet onderzoek naar moleculaire motoren. [4]
- Het woord eredoctor staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "eredoctor" herkend door:
84 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[5] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Reformatorisch Dagblad 02-10-2017 Circus Nobelprijzen begint met Geneeskunde
- ↑ Tubantia 16-12-13 P.C. Hooftprijs 2014 voor Willem Jan Otten
- ↑ Tubantia 05-10-16 Eredoctor UT in Enschede wint Nobelprijs voor Scheikunde
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be