Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • eli·za·be·thaans
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen elizabethaans elizabethaanser elizabethaanst
verbogen elizabethaanse elizabethaansere elizabethaanste
partitief elizabethaans elizabethaansers -

Bijvoeglijk naamwoord

elizabethaans

  1. (kunst) volgens de Engelse stijl in cultuur en architectuur die opgang deed gedurende de regeringsperiode van Elizabeth I 1551 tot 1603
Schrijfwijzen
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen