Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: elán


  • elan
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘bezieldheid’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1891 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord elan elans
verkleinwoord - -

het elano

  1. animo, het enthousiasme om je doel te bereiken
    • Die nieuwe stijl moet de winkel een nieuw elan geven. 
81 % van de Nederlanders;
89 % van de Vlamingen.[2]