eigendomsbeker
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ei·gen·doms·be·ker
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | eigendomsbeker | eigendomsbekers |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de eigendomsbeker m
- (sport) sporttrofee in de vorm van een beker die de winnaar in zijn bezit mag houden
- ▸ Deze bekers moesten tweemaal achtereen of driemaal in totaal gewonnen worden, wilden zij eigendom van de winnaar worden. Voor de eerste binnengekomen atleet in iedere groep werd een eigendomsbeker uitgeloofd, voor de tweede binnenkomer was een beeldje op voetstuk, voorstellende een hardloper, beschikbaar gesteld, terwijl voor de derde binnenkomer was een zilveren draagvoorwerp, voorstellende het wapen van Suriname, uitgeloofd.[2]
Hyperoniemen
Antoniemen
Gangbaarheid
- Het woord eigendomsbeker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ eigendomsbeker op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron Ricky W. Stutgard“De eerste Surinaamse sportencyclopedie (1893-1988)” (1990), DBNL