egelskop
  • egels·kop
enkelvoud meervoud
naamwoord egelskop egelskoppen
verkleinwoord

de egelskopm

  1. Sparganium erectum   plant met stekelige, knotsvormige vruchten
    • Als ik konijn voorbij ben, zie ik bloemrijke bermen – ik herken de grote klaproos en een ereprijssoort – en drijfblad-, moeras- en oeverplanten die ik voorheen nooit zag. Dat zouden kunnen zijn, volgens het beleid: kalmoes, grote waterweegbree, zwanebloem, gele lis, mattenbies, grote egelskop, moerasandoorn, grote lisdodde, gele plomp, waterlelie, watergentiaan en de grote kattenstaart. Allemaal uitgezet, geplant of gezaaid, maar daarom niet minder mooi. [2] 
67 % van de Nederlanders;
64 % van de Vlamingen.[3]