• een·zaam·heid
enkelvoud meervoud
naamwoord eenzaamheid eenzaamheden
verkleinwoord - -

de eenzaamheidv

  1. de hoedanigheid van het eenzaam zijn
    • Eenzaamheid die niet bang maakt. Durf om alleen verder te gaan. [1] 
     Het boek behandelt onze relatie met de nieuwsmedia, onze ideeën over liefde en seks, onze veronderstellingen over geld en onze carrières, onze houding ten opzichte van dieren en de natuur, onze bewondering voor wetenschap en technologie, ons geloof in individualisme en secularisme - en onze verhouding tot rust en eenzaamheid.[2]
  2. (psychologie) het gevoel eenzaam te zijn
    • De eenzaamheid speelt je parten. 
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]
  1. Herzen, Frank
    De zoon van de woordbouwer 1970 ISBN 9062805450 pagina 24
  2. “Hoe overleef ik de moderne wereld” (2022), Atlas Contact  , ISBN 9789045045979
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be