Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ea·sy
Woordherkomst en -opbouw

Bijvoeglijk naamwoord

easy

  1. niet moeilijk, waar weinig moeite en inspanning voor vereist is
    • "Dus jij dacht kom, ik ga 's even lekker op easy." "Nou nee, ik heb er gewoon wat leisurekleertjes bijgenomen."[1]
    • Ik deed nauwelijks moeite, want het was mij duidelijk dat het easy zou worden om haar mee te nemen.[2]
    • Uiteindelijk willen we het je vooral zo easy mogelijk maken.[3]
    • Zo ook voor de moeilijkheidsgraad! Lekker easy is 1 plusje en als het meer haakskills vereist, zijn het er 5.[4]
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Alle treitertrends” (2013), Uitgeverij De Bezige Bij  , ISBN 9023479882, p. 294
  2.   Weblink bron
    Guido den Aantrekker
    “De kinderhater: roman” (2014), Singel Uitgeverijen, ISBN 9038898991, p. 85
  3.   Weblink bron
    Living the Green life
    “Easy Vegan: Lekker, werelds en at least once a week” (2018), VBK Media  , ISBN 9021572443, p. 12
  4.   Weblink bron
    Barbara Löhnen
    “Huiselijk haken met Club Geluk” (2018), Kosmos, ISBN 9043920126, p. 4

Engels

Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
  • Samenstelling van ease (zie voor de verdere etymologie aldaar) met het achtervoegsel -y.
stellend vergrotend overtreffend
easy easier easiest

Bijvoeglijk naamwoord

easy

  1. eenvoudig, gemakkelijk
  2. kalm, rustig
  3. ongedwongen
  4. inschikkelijk, meegaand
  5. welgesteld