Nederlands

 
Duindoorn (Hippophae rhamnoides)
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • duin·doorn·fa·mi·lie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord duindoornfamilie duindoornfamilies
verkleinwoord duindoornfamilietje duindoornfamilietjes

Zelfstandig naamwoord

de duindoornfamiliev

  1. (bloemplanten) een familie Elaeagnaceae   van tweezaadlobbige, vaak doornige struiken en bomen. De familie komt voor in gematigde streken van het noordelijk halfrond en in tropische gebieden van Azië. Ze worden wijdverspreid gecultiveerd: vaak worden verwilderde exemplaren aangetroffen. De familie telt 45 soorten in drie geslachten, waarvan er in Nederland twee voorkomen
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)


Gangbaarheid

Meer informatie