Nederlands

 
beoefenaren van de duiksport
Uitspraak
Woordafbreking
  • duik·sport
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord duiksport duiksporten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de duiksportv / m

  1. (sport) als tijdverdrijf langduriger en diep onder water verblijven en zwemmen
    • Todi is niet groot, maar er zijn genoeg plekjes om je een vol duik-uur lang te amuseren. Het duikcentrum is ideaal voor wie eens wil kennismaken met de duiksport, voor wie voor een vakantie zijn duik-skills nog even wil opfrissen of gewoon voor wie hier in België ook wel eens een relaxed duikje met mooie vissen wil doen.[1] 
    • De bijzondere duiksport is niet voor iedereen. Zo moet je niet alleen lang je adem kunnen inhouden en veel lef hebben, het is ook handig als je je goed kunt ontspannen.[2] 
Hyperoniemen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. de Standaard 29 OKTOBER 2016
  2. Tubantia Renske Baars 07-SEPTEMBER-2016