duaal
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- du·aal
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | duaal | dualer | duaalst |
verbogen | duale | dualere | duaalste |
partitief | duaals | dualers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
duaal
- tweeledig
- Iets is duaal indien het aan twee in principe onverenigbare en/of tegenstrijdige principes voldoet
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord duaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "duaal" herkend door:
87 % | van de Nederlanders; |
75 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ duaal op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be