dualiteit
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- du·a·li·teit
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dualiteit | dualiteiten |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- het duaal zijn, de tweeslachtigheid
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord dualiteit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "dualiteit" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be