droogmakerij
- Geluid: droogmakerij (hulp, bestand)
- IPA: /droχmakəˈrɛi/
- droog·ma·ke·rij
- Naamwoord van handeling van droogmaken met het achtervoegsel -erij [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | droogmakerij | droogmakerijen |
verkleinwoord | droogmakerijtje | droogmakerijtjes |
- (waterbeheer)polder ontstaan door het water uit een meer of plas weg te pompen
- Ik ben geschokt als ik lees dat 2100 hectare eeuwenoud landbouwgebied in Zuid-Holland, een achttiende-eeuwse droogmakerij, moet worden veranderd in een bos ‘ten behoeve van natuur en recreatie’. [2]
- (economie), (techniek) activiteiten om een meer of plas in een polder te veranderen
- Door landaanwinning (bedijking en droogmakerij) werd tussen 1830 en 1900 circa 30.000 hectare landbouwgrond gewonnen, (...) [3]
- (economie), (techniek) inrichting waar materiaal wordt gedroogd
- De droogmakerij werd gebouwd omstreeks 1999, ter vervanging van een afgebrand gebouwtje zonder vergunning. [4]
- [1] polder
- Het woord droogmakerij staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Toorn, W. vanLeesbaar landschap. (1998) Em. Querido's Uitgeverij, Amsterdam; ISBN 9021484331; p. 68; geraadpleegd 2015-05-20
- ↑ Lintsen, H.W. (ed.)Geschiedenis van de techniek in Nederland. De wording van een moderne samenleving 1800-1890. Deel II. Gezondheid en openbare hygiëne. Waterstaat en infrastructuur. Papier, druk en communicatie. (1993) Walburg Pers, Zutphen; ISBN 9060118111; p. 96; geraadpleegd 2015-05-20
- ↑ Vlaamse regeringGewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Bestaand regionaal bedrijf BOMACO te Zellik bijlage 3 Toelichtingsnota (17 juli 2005); p.6; geraadpleegd 2015-05-20