Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: drap


  • drape

drape

  1. mv (VS) gordijn
  2. het vallen van een kleed, weefsel
  3. (kleding) een jurk uit één stuk textiel, stof
  4. (kleding) (VS) langvallende jas (mantel e.d.), populair in de jaren '30, '40 in de Verenigde Staten
  5. (kleding) het draperen

drape

  1. overgankelijk bekleden
  2. (kleding) overgankelijk draperen
  3. (kleding) een stof maken, weven
  1.   Weblink bron drape in: Oxford English Dictionary, second edition (1989) op oed.com


  • drape
vervoeging van
draper

drape

  1. eerste en derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van draper
  2. eerste en derde persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van draper
  3. tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs (impératif présent) van draper


drape

  1. daar