draaiende draaitol
een draaitol virtuoos
  • draai·tol
enkelvoud meervoud
naamwoord draaitol draaitollen
verkleinwoord

de draaitolm

  1. (speelgoed) speelgoed dat op zijn punt kan draaien
    • Voor clowntjes is de aardbol een grote toverbal / Een felgekleurde draaitol met grapjes overal.[2] 
  2. heel druk kind
  3. heel snel en beweeglijk iemand
    • Hazard is een gesofisticeerde draaitol die plots wegschiet, terwijl De Bruyne nooit draalt, de koning is van de supersonische omschakeling, de tegenstander nooit tijd geeft om zich te groeperen, 90 minuten lang tegen 90 procent over het veld galoppeert en ondertussen haarfijne passes en scherpe schoten verstuurt.[3] 
    • Mansfield stond als een artistieke draaitol in de kerk: dan met het gezicht naar orkest en solist, een ander moment honderdtachtig graden draaiend naar de vierhonderd zangers in de kerkbanken.[4] 
  4. (pejoratief) iemand die heel snel van mening kan veranderen
    • Maar hoe onschuldig is Romney? Hij is een draaitol in zijn standpunten en in de voorverkiezingen vernietigde hij zijn rivalen met venijnige videofilmpjes. Studente Elisa Adamson blikt of bloost niet. Óns geloof leert: wij zijn niet perfect.'Gelukkig, dat is een hele opluchting.[5] 
99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[6]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Marc Hijink 20 oktober 2015
  3. de Standaard 23 SEPTEMBER 2016 Frank Raes
  4. Tubantia 18-DECEMBER-2012
  5. Volkskrant ARIE ELSHOUT 28 juli 2012
  6.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be