Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • draag·last
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord draaglast draaglasten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de draaglastm

  1. dat wat een constructie moet dragen
    • Volgens Rijkswaterstaat kan er uit het oogpunt van veiligheid slechts verkeer tot een maximale draaglast van 38 ton over de bruggen. De dienst vraagt wegbeheerders zoals de provincie Overijssel daarom om ervoor te zorgen dat zwaarder verkeer niet meer over de zwakke bruggen rijdt.[1] 
  2. (figuurlijk) dat wat een persoon draagt aan ellende
    • Ons onderzoek toont aan dat juist uitsluiting en stigmatisering belangrijke factoren zijn die bijdragen aan de draaglast van de ziekte en medebepalend zijn voor de ervaren kwaliteit van leven.[2] 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. Tubantia 03-JULI-2013
  2. Volkskrant Anne-Mei The en Mark Smit 29 september 2017
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be