Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • draag·as
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord draagas draagassen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de draagasv / m

  1. een as die dient voor het dragen van een last
    • De locomotief was uitgerust met twee gekoppelde assen met drijfwielen en een achteraan geplaatste draagas. ..... In 1849 werd deze locomotief in de spoorwegwerkplaatsen Het Arsenaal in Mechelen volledig omgebouwd. Hierbij werd de draagas vooraan geplaatst en de vuurhaard vernieuwd en werd de locomotief van een nieuwe tender van 4 m³ voorzien. [2] 
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

81 % van de Nederlanders;
81 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen