Nederlands

 
drijfwiel van een locomotief
Uitspraak
Woordafbreking
  • drijf·wiel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord drijfwiel drijfwielen
verkleinwoord drijfwieltje drijfwieltjes

Zelfstandig naamwoord

het drijfwielo

  1. wielen die voor de aandrijving van een voertuig zorgen
    • Voor de jubileumexpositie in Utrecht zijn uit Engeland, Zweden, Duitsland en Frankrijk met groot materieel 'iconen' van het spoor naar Utrecht gehaald. Sommige topstukken zijn werkende replica's, maar de Franse Crampton no.80 uit het Cité du Train in Mulhouse niet. Dit gevaarte met grote drijfwielen haalde rond 1880 al 120 km per uur. In totaal reed 'Locomotive Crampton' op het traject Parijs-Straatsburg zo'n tweeëneenhalf miljoen kilometer. [2] 
  2. iets dat in figuurlijke zin iets in beweging brengt
    • Nu ‘vooruitgang’ een ideologisch drijfwiel werd, drong de gedachte van vrijheid als een positieve kracht overal door. Als de ‘inheemse geest’ in het geval van, zeg, Indiërs en Chinezen eenmaal levendige culturen tot stand had gebracht en tot een sterke godsvrucht in staat was, zoals de missionarissen moesten erkennen, dan konden deze rassen op z’n allerminst ‘op de langere termijn’ vrijheid nastreven. [3] 
Vertalingen

Gangbaarheid

90 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen