Nederlands

 
vaste douchekop
Uitspraak
Woordafbreking
  • dou·che·kop
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord douchekop douchekoppen
verkleinwoord douchekopje douchekopjes

Zelfstandig naamwoord

de douchekopm

  1. (sanitair), (techniek) de sproeier van de douche
    • Zijn Ironman van Zuid-Afrika ging de mist in nadat hij tijdens een trainingsritje bewusteloos werd geslagen bij een overval, zijn zege in Nice verspeelde Van Lierde bijna door zijn hoofd tot bloedens toe te stoten tegen een douchekop.[1] 
    • Alles is net te klein en te design. Ik stoot me overal aan. Buk ik in de badkamer, stoot ik mijn kop tegen de opstaande toiletbril. De douchekop is te klein en de kasten nog kleiner.[2] 
    • 'Daarom ligt voor de leverancier nu een dik boek klaar met aanwijzingen en plaatjes waarmee het kabinet aangeeft hoe de cabine eruit moet zien.'Een kleine greep: binnen mag de 'herrie'niet meer zijn dan 54 decibel; de passagiers moeten live naar tv-uitzendingen kunnen kijken op 16 tv's, er is een aparte badkamer voor de VIP's en een apart toilet, de badkamer heeft een ronde douche met bijvoorbeeld Grohe kraan en douchekop.[3] 
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. de Standaard 16 OKTOBER 2017
  2. Tubantia Paul de Leeuw 12-AUGUSTUS-2017
  3. Volkskrant Raoul du Pré 29 november 2016,
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be