dorpskroeg

Nederlands

dorpskroeg

Uitspraak

• Geluid:  dorpskroeg    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• dorps·kroeg

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  dorp zn  en  kroeg zn  met het invoegsel -s- 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	dorpskroeg	dorpskroegen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de dorpskroeg v / m

1. (horeca) café voor dorpsbewoners gelokaliseerd in een dorp

   ▸ Overigens maken mensen niet alleen melding van verboden groepsvorming. Bij Meld Misdaad Anoniem trokken de afgelopen week tientallen mensen aan de bel over "bedrijfsmatige" overtredingen, vertelde woordvoerder Marc Janssen vanmorgen in het NOS Radio 1 Journaal. "Denk aan de dorpskroeg die openblijft en waarbij stamgasten via de achterdeur naar binnen mogen komen. Of aan andere ondernemers die klanten blijven ontvangen, van sportscholen en nagelstudio's tot aan prostituees."

   ▸ Maar op een aantal plekken is er hoop. In sommige dorpen besluiten buurtbewoners om de dorpskroeg te kopen, om sluiting te voorkomen. Dat gebeurt bijvoorbeeld bij Café Langelo in Drenthe, waar buurtbewoners door middel van donaties de plaatselijke kroeg kochten.

   ▸ De voetballers, die bij de vorige editie één-na-laatste werden, komen vanavond in de dorpskroeg bijeen om naar de wedstrijd te kijken.

Synoniemen

• dorpscafé

Gangbaarheid

• Het woord dorpskroeg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.