dorpscafé
- dorps·ca·fé
- samenstelling van dorp en café met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dorpscafé | dorpscafés |
verkleinwoord | dorpscafeetje | dorpscafeetjes |
het dorpscafé o
- een uitgaansgelegenheid in een dorp waar dorpsbewoners de belangrijkste bezoekers zijn
- Waar heb je het tappen geleerd? „In het dorpscafé van De Rips. Daar begon ik op mijn vijftiende als afwasser en later werkte ik achter de bar en in het restaurant.” [1]
- Het woord dorpscafé staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "dorpscafé" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ NRC Margot Poll 10 januari 2017
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be