doorlichten
- Geluid: doorlichten (hulp, bestand)
- IPA: / ˈdorlɪxtə(n) / (3 lettergrepen)
- door·lich·ten
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
doorlichten |
lichtte door |
doorgelicht |
zwak -t | volledig |
doorlichten
- overgankelijk, (medisch), (techniek) het inwendige van iets onderzoeken door blootstelling aan penetrerende straling, zoals röntgen- of gammastraling
- Zij gebruikten Co-60 als bron om de lassen van de pijplijn door te lichten.
- overgankelijk, (figuurlijk) grondig onderzoeken
- Overigens hebben wij sinds 1988 meer dan 400 grote fusies en overnames moeten doorlichten.
- overgankelijk, (verouderd) van licht doordringen
- [1]: röntgenen
- [2]: bekijken
- [2]: controleren
- [2]: inspecteren
- [2]: onderzoeken
- [2]: screenen
- [2]: doorlichting
- [1]: doorstraalen
- [3]: Men kan hem met een kaarsje doorlichten.
Hij is erg mager.
1. het inwendige van iets onderzoeken door blootstelling aan penetrerende straling, zoals röntgen- of gammastraling
2. grondig onderzoeken
|
3. van licht doordringen
- Het woord doorlichten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "doorlichten" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be