• doods·ge·vaar·lijk
stellend
onverbogen doodsgevaarlijk
verbogen doodsgevaarlijke
partitief doodsgevaarlijks

doodsgevaarlijk

  1. levensgevaar met zich meebrengend
     Thuis kan zo’n muggensteek doodsgevaarlijk zijn. Volgens de statistieken gaat er in Afrika iedere dertig seconden een kind dood aan malaria.[1]
  2. met heel ernstige risico's
     Ik zie onze maatschappij dus niet als een samenzwering van 700 families, maar gewoon gegroeid tot zo'n complexiteit dat elke verandering haast doodsgevaarlijk wordt.[2]
  1.   Weblink bron
    Samba Schutte
    “De mug van Libanon” (2 augustus 2006) op nrc.nl  
  2.   Weblink bron
    Leo Geerts geciteerd door Fernand Auwera
    “Geen daden maar woorden. Interviews.” (1970), Standaard Uitgeverij, Antwerpen / Utrecht, ISBN 9002112718, p. 138