monument voor doodgeboren kinderen
  • dood·ge·bo·ren
stellend
onverbogen doodgeboren
verbogen
partitief doodgeborens

doodgeboren [1]

  1. bij de geboorte al overleden
    • Als moeder van een doodgeboren én een te vroeg geboren dochter weet ik wat het is om kinderen te verliezen. Ik vel dan ook geen oordeel over de keuze die ouders maken om hun veel te vroeggeboren kindje te laten behandelen. Maar hoe ‘maakbaar’ moet onze samenleving zijn?[2] 
    • In Nederland doet Justitie onderzoek naar de Dordtse lycrafabriek van DuPont, waarvan zeker 33 vrouwelijke werknemers doodgeboren baby's, miskramen, baarmoederhalskanker of kinderen met afwijkingen kregen na blootstelling aan DMAc, zoals bleek uit onderzoek van Een Vandaag.[3]  
  • een doodgeboren (kindje)
van iets dat vanaf het begin waardeloos is en zonder toekomst
- De wanhoopsminuten zijn aangebroken bij een 2-1 achterstand tegen PEC Zwolle als Hakim Ziyech aanlegt voor een vrije trap vanaf ruim 35 meter. Dat is, met zijn traptechniek, geen overmoedige poging, maar de wreeftrap van de Twente-aanvoerder smoort in het stugge kunstgras van het IJsseldelta-stadion. En zo rolt zijn doodgeboren schot tergend traag het strafschopgebied binnen, gevaarloos. [4]
96 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[5]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC 16 februari 2017
  3. Volkskrant Jonathan Witteman en Robert van der Noordaa 11 mei 2017,
  4. NRC Bart Hinke 24 augustus 2015
  5.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be