dollen
- dol·len
- In de betekenis van ‘uitgelaten handelen’ voor het eerst aangetroffen in 1401 [1]
dollen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
dollen |
dolde |
gedold |
zwak -d | volledig |
- [2] dolmes
1. spelen, stoeien, spotten, gek doen
de dollen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord dol
- Het woord dollen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "dollen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ "dollen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be