dodijnen
- Geluid: dodijnen (hulp, bestand)
- IPA: / doˈdɛinə(n) / (3 lettergrepen)
- (Nederland): /doˈdɛɪnə(n)/
- (Vlaanderen): /dɔˈdɛːnə(n)/
- do·dij·nen
- Ontleend aan het Franse dodiner, dat als klankschildering gevormd is. In de Franse kindertaal betekent dodo "slaap" of "bed".
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
dodijnen /doˈdɛɪnə(n)/ /dɔˈdɛːnə(n)/ |
dodijnde /doˈdɛɪndə/ /dɔˈdɛːndə/ |
gedodijnd /xədoˈdɛɪnt/ /ɣədɔˈdɛːnt/ |
zwak -d | volledig |
dodijnen
- overgankelijk (een kind) zacht wiegen en in slaap zingen
- De moeder kuste haar huilende kind en dodijnde haar oogappel tot hij zoetjes sliep.
- inergatief (verouderd) knikkebollen
- Eens zat de bejaarde man te dodijnen in zijn luie stoel.
- [1] wiegen, wiegelen
- [2] knikkebollen
- Het woord 'dodijnen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "dodijnen" herkend door:
14 % | van de Nederlanders; |
22 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be