doder
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- do·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | doder | doders |
verkleinwoord | dodertje | dodertjes |
Zelfstandig naamwoord
de doder m
- iemand die een levend wezen doodmaakt
- De doder van het dier werd gearresteerd.
Verwante begrippen
- mannelijke vorm van doodster
Hyponiemen
|
Bijvoeglijk naamwoord
doder
- onverbogen vorm van de vergrotende trap van dood
Gangbaarheid
- Het woord doder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "doder" herkend door:
89 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be