kleine wantsendoder
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- klei·ne want·sen·do·der
Woordherkomst en -opbouw
- verbinding van kleine en wantsendoder
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kleine wantsendoder | kleine wantsendoders |
verkleinwoord | klein wantsendodertje | kleine wantsendodertjes |
Zelfstandig naamwoord
de kleine wantsendoder m
- (vliesvleugeligen) Astata minor een vliesvleugelig insect uit de familie van de graafwespen (Crabronidae). De wetenschappelijke naam van de soort is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1885 door Kohl
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'kleine wantsendoder' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.