graafwespen
- Geluid: graafwespen (hulp, bestand)
- (IPA in voorbereiding)
- graaf·wes·pen
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | graafwespen | |
verkleinwoord |
de graafwespen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord graafwesp
- meervoudsvorm als officiële benaming (vliesvleugeligen) Crabronidae een grote familie uit de orde vliesvleugeligen (Hymenoptera), niet te verwarren met de langsteelgraafwespen. Om het onderscheid te maken met andere families worden ze ook wel crabronide graafwespen genoemd. In Nederland en België komen ongeveer 160 à 170 soorten graafwespen uit deze familie voor
- [2] bijenwolf, bleke vliegendoder, bleke zeefwesp, bonte wantsendoder, geelbuikknoopwesp, gewone knoopwesp, gewone vliegendoder, gewone vlinderdoder, gladde knoopwesp, gladde spieswesp, groefbijendoder, grote wantsendoder, grote zeefwesp, haftendoder, halmvliegendoder, harkwesp, ivoorwesp, kakkerlakkendoder, kameelhalswesp, kleine knoopwesp, kleine wantsendoder, kleine zeefwesp, krijgerwesp, maansikkelwesp, Noorse wantsendoder, plompe sprinkhanendoder, pottenbakkerswesp, roodpotige sprinkhanendoder, slanke wantsendoder, slurfknoopwesp, steekmuggendoder, wimperwesp, zandwespen
- Het woord graafwespen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.