• doch·ter·be·drijf
enkelvoud meervoud
naamwoord dochterbedrijf dochterbedrijven
verkleinwoord dochterbedrijfje dochterbedrijfjes

het dochterbedrijfo

  1. (bedrijfskunde) onderneming waarin een andere onderneming (het moederbedrijf) minstens voor de helft de baas is
    • De raad van bestuur van bankverzekeraar [sic!] Achmea heeft de hoofddirectie van dochterbedrijf Centraal Beheer op het allerlaatste moment verboden om verder te gaan met het opzetten van Match Makelaars. [1]
     In opdracht van toi gooiden enkele dochterbedrijven zoals GoSunny voor een spotprijsje een aantal all-inclusive reizen naar Turkije op de markt. 'Chantal onderbrak de korte stilte die hierop volgde.[2]
     Maar grotere en interessantere stromen werden gegenereerd door het dochterbedrijf Mercurius met zijn lopende effectenbeheer, waarbij de kasstroom werd geproduceerd door korte zaken met snelle winsten en de optiehandel, inclusief die met synthetische opties, terwijl effecten waarvan verwacht werd dat ze een grotere maar langlopendere waardevermeerdering zouden creëren vanzelfsprekend langzamer werkten.[3]