discotheek
- Geluid: discotheek (hulp, bestand)
- dis·co·theek
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘verzameling grammofoonplaten’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1932 [1]
- afgeleid van disco met het achtervoegsel -theek [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | discotheek | discotheken |
verkleinwoord | discotheekje | discotheekjes |
de discotheek v
- (muziek) verzameling van veelal uitleenbare muziekopnamen
- In de bibliotheek kun je naast een verzameling boeken ook een discotheek vinden waar je platen en cd's kunt lenen.
- (muziek), (horeca) uitgaansgelegenheid waar wordt gedanst op popmuziek, disco [1]
- Zullen we naar de discotheek gaan om te dansen?
- [1] audiotheek, uitleendiscotheek
- [2] disco
- Het woord discotheek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "discotheek" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "discotheek" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ discotheek op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be