dirigisme
- di·ri·gis·me
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘geleide economie’ voor het eerst aangetroffen in 1952 [1]
- afgeleid van het Franse diriger (leiden, sturen) met het achtervoegsel -isme [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dirigisme | - |
verkleinwoord | - | - |
het dirigisme o
- (politiek) (economie) ideologie die streeft naar een centraal geleide gemeenschap of economie
- Zowel het dirigisme als de geconcerteerde en de geïnformeerde economie vertrekken van dezelfde basis, nl. het besef dat planning in de economie een absolute noodzaak is om de crisissen te vermijden.[3]
- Het woord dirigisme staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "dirigisme" herkend door:
45 % | van de Nederlanders; |
54 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ "dirigisme" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ etymologiebank.nl
- ↑ marxists.org
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be