dikbeknon

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  dikbeknon    (hulp, bestand)

• (IPA in voorbereiding)

Woordafbreking

• dik·bek·non

Woordherkomst en -opbouw

• samenstellende samenstelling van  dik bn,   bek zn  en  non zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	dikbeknon	dikbeknonnen
verkleinwoord	dikbeknonnetje	dikbeknonnetjes

Zelfstandig naamwoord

de dikbeknon v

1. (zangvogels) Lonchura grandis  een zangvogel uit de familie van de prachtvinken (Estrildidae ). Deze soort is endemisch in Nieuw-Guinea en telt 4 ondersoorten

Hyperoniemen

• prachtvinken, zangvogels, vogels, viervoeters, gewervelden, chordadieren, dieren

Gangbaarheid

• Het woord 'dikbeknon' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.